Den aje kirkhaof
Een begraafplaats is misschien geen voor de hand liggende plek om te fotograferen, maar de monumentale “Begraafplaats Nabij de Kapel in ‘t Zand” in Roermond vormt door een veelheid aan motieven een prima locatie voor het maken van sfeervolle foto's.
De sfeer komt in veel gevallen het beste tot uitdrukking in zwart/wit, maar in de herfst wordt nog een extra dimensie toegevoegd door de kleurrijke herfsttooi van de monumentale bomen op deze oude begraafplaats.
Moeilijke keuze dus!
Het beste tijdstip om op deze locatie te fotograferen is bij zonsopkomst aangezien je dan ook nog kunt profiteren van de sfeer die door het strijklicht wordt gecreëerd.
De foto's die ik gemaakt heb tijdens mijn laatste twee bezoeken zijn hier te bekijken.
De officiële benaming van deze nagenoeg oudste gemeentelijke dodenakker in Nederland luidt “Begraafplaats Nabij de Kapel in ‘t Zand”, maar in het Roermonds dialect spreekt men over “den aje kirkhaof”.
De begraafplaats is in 2001 tot Rijksmonument verklaard, maar ook de muren en verschillende afzonderlijke grafmonumenten staan op de monumentenlijst.
Historie
De begraafplaats is in gebruik genomen in 1785. De geschiedenis ervan hangt nauw samen met de staatkundige positie van Roermond. In die periode behoorde Roermond namelijk tot dat deel van de Zuidelijke Nederlanden dat onder Oostenrijks gezag van Keizer Jozef II stond.
Op 26 juni 1784 verscheen het “Edict van den Keyser aengaende de begraeffennissen” waarin “Het begraeven in eene Kerk, Kapelle, Bidplaets of ander bedekt Gebouw” werd verboden. In artikel IV werd gesteld: “Daer zullen buyten den omtrek der Steden en buyten de Vlecken ofte Borgten, Kerkhoven worden opgerecht in de welcke alleen het zal georloft wesen te begraeven”.
Dit Edict betekende een verbod om nog in of om kerkgebouwen en kapellen te begraven en zelfs binnen de stadsmuren was vanaf dat moment begraven van doden niet meer geoorloofd.
Mede vanwege de forse boetebepaling werd door de gemeente Roermond snel uitvoering gegeven aan dit Edict en al in mei 1785 werd, ver buiten de toenmalige stadswallen, rondom een bestaande kleine joodse begraafplaats de gemeentelijke begraafplaats in gebruik genomen.
In 1857 werd de begraafplaats door de Roermondse architect Dr. Pierre Cuypers (bouwmeester van o.a. het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam) heringericht waarbij hij zich liet inspireren door de begraafplaats van Robermont in Luik. De kenmerkende vorm en symmetrie in de aanleg van de rechtlijnige paden kreeg in 1887 een extra accentuering door de bouw van de bisschoppelijke grafkapel op het meest centrale punt van de begraafplaats.
Bijzondere indeling
De begraafplaats is niet alleen bijzonder vanwege de ouderdom, maar met name ook vanwege de indeling. Vrijwel nergens in Nederland is de scheiding tussen het katholiek gedeelte, het protestant gedeelte en de twee joodse gedeelten zo nadrukkelijk zichtbaar als op de Roermondse “aje kirkhaof”.
Hoge muren scheiden de graven van de verschillende kerkgenootschappen.
Op de begraafplaats bevind zich ook nog een zogenaamd “verloren kerkhof”, een stukje ongewijde aarde waar tot ver in de vorige eeuw mensen begraven werden die tot geen religieuze gezindte behoorden of volgens de kerkelijke regels niet in gewijde aarde begraven mochten worden.
Het katholieke deel van de begraafplaats is verreweg het grootst en in dit gedeelte is de lang gangbaar gebleven indeling in klassen herkenbaar. Het klassenstelsel liet het verschil tussen draagkrachtige en minder draagkrachtige Roermondenaren duidelijk tot uitdrukking komen.
De eerste klasse was gereserveerd voor graven met “eeuwigdurende” grafrechten. De rijkste Roermondenaren lieten zich hier begraven in graven met monumentale opbouw of in imposante grafkelders.
Links en rechts hiervan bevinden zich de graven van de tweede en derde klasse en helemaal aan de buitenkant, langs de muren, bevind zich het gedeelte dat bestemd was voor stadbewoners die niet in staat waren om hun eigen begrafenis te betalen en op kosten van de gemeente werden begraven.
Het protestante deel vormt het op één na grootste deel en bevindt zich aan de linkerzijde van de begraafplaats.
Het oude Joodse deel bestond al vóór 1785. Het ligt ingesloten tussen muren en is te bereiken via een kleine doorgang op het protestantse deel. Op dit moment zijn er nog maar 6 grafzerken zichtbaar, waarvan er vier zijn omgevallen. Helemaal achterin op de begraafplaats bevind zich het nieuwe Joodse deel. Dit gedeelte is op dit moment nog in gebruik.
Markante graven
Den aje kirkhaof staat bekend om de bijzondere grafmonumenten.
Een van de meest bekende is “het graf met de handjes” dat bestaat uit twee grafmonumenten, waarbij op een zeer creatieve manier de wederzijdse liefde tussen een rooms-katholieke vrouw en een protestantse man na de dood tot uitdrukking is gebracht. Over de scheidingsmuur tussen het katholieke en protestantse deel van de begraafplaats heen reiken de rooms-katholieke Jonkvrouw J.C.P.H. van Aefferden en de protestantse Kolonel der Cavalerie J.W.C. van Gorkum elkaar symbolisch de hand.
Een ander bekend monument is het graf van de Roermondse zouaaf Joh. Jac. Küpper. Een zouaaf was een dienaar in het leger van de Paus en valt te vergelijken met een lid van de Zwitserse garde.
De Zouaaf wijst met zijn hand richting Rome, terwijl zijn vrouw geknield en met gesloten ogen biddend aan zijn rechterzijde zit met in haar linkerhand hand een rozenkrans.
Onderhoud en herstel
Er wordt veel werk verricht om deze unieke begraafplaats te behouden.
Dit gebeurt onder andere door vrijwilligers die zich in 1996 hebben verenigd in de Stichting Oude Kerkhof.
Daarnaast is op 14 oktober 2010 gestart met een grootschalig restauratieproject dat zich ten doel stelt de in 2003 om veiligheidsredenen omgelegde graven te herstellen.
Comments
Add a Comment