Amsterdamse Waterleidingduinen
In mijn "thuisland" in het zuiden van Limburg zijn, zeker als je hierbij ook het Belgische en Duitse grensland betrekt, een groot aantal gebieden te vinden waar je als natuurfotograaf je hart kunt ophalen. Prachtige landschappen, bijzondere flora en fauna en een enorm aanbod aan onderwerpen voor macrofotografen. Alles is binnen een beperkte straal voorhanden.
Toch breng ik minimaal één keer per jaar een bezoek aan de Amsterdamse Waterleidingduinen en niet helemaal toevallig plan ik dit bezoek altijd begin oktober in.
In de eerste plaats hoef je in deze tijd van het jaar minder vroeg je bed uit terwijl je toch nog op tijd op je bestemming bent om de zonsopkomst te kunnen meemaken (en vastleggen). De belangrijkste reden is echter dat dit de bronstperiode is van de Damherten.
Een aantal van de foto's die ik gemaakt heb tijdens mijn laatste bezoek staan in de mappen Landschappen en Zoogdieren.
Het natuurgebied Amsterdamse Waterleidingduinen ligt in de regio Zuid-Kennemerland, ingesloten tussen Zandvoort en Noordwijk.
Met 3.400 hectare vormt de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD) een van de grootste aaneengesloten natuurgebieden aan de Nederlandse kust. Een oase van rust en stilte waar je onbelemmerd kunt struinen, ook buiten de paden.
Waterwinning
Het gebied dank zijn naam aan het fijne duinzand dat op een natuurlijke wijze het regenwater filtert.
Sinds de 19e eeuw haalt de stad Amsterdam hier zijn drinkwater vandaan.
Tegenwoordig wordt in het gebied dagelijks circa 180.000 m3 drinkwater geproduceerd.
Hiervoor wordt het grondwater in het gebied aangevuld met voorgezuiverd water uit de Rijn dat via een kanalenstelsel in een van de 40 infiltratiegeulen terecht komt en vandaar uit in de duinen wordt geïnfiltreerd waar het een natuurlijke reiniging ondergaat.
Via een drainagesysteem wordt het water vervolgens weer uit de bodem onttrokken en gaat naar de zuiveringsinstallaties waar het verder wordt gezuiverd en onthard.
Gevarieerd natuurgebied
De AWD is een beschermd natuurmonument en bij de Europese Commissie aangemeld als Habitatrichtlijngebied.
In het noorden van het gebied ligt een uitgestrekt complex van infiltratiekanalen. Oostelijk van het infiltratiegebied zijn grote oppervlakten grond bebost. Het centrale gebied bestaat uit een landschap dat tijdens de duinverstuivingen tussen 14e en 16e eeuw is ontstaan.
Rust, ruimte en natuur zijn de voornaamste kernwaarden van dit gebied en om dit te waarborgen mag er in het gebied alleen maar gewandeld worden, zowel op als buiten de paden.
De Amsterdamse Waterleidingduinen is het grootste aaneengesloten wandelgebied van Nederland.
Fauna
Door het gevarieerde landschap voelen veel diersoorten zich thuis in de AWD. Het open water van de kanalen en infiltratie-gebieden trekt enorme aantallen watervogels, terwijl graslanden en bos aan allerlei andere vogels, zoogdieren en insecten onderdak bieden.
Grote kans dat je tijdens een wandeling door het gebied een ree of damhert aantreft. Maar ook andere zoogdieren zoals vossen, konijnen en vleermuizen komen hier voor terwijl ook kleine roofdieren zoals hermelijn, wezel en bunzing in kleinere aantallen aanwezig zijn.
De droge zandplekken vormen het biotoop van de zandhagedis terwijl het heldere open water het domein is van talrijke libellen en waterjuffers.
Jaarlijks broeden er ongeveer 100 vogelsoorten waaronder duinvogels als de roodborsttapuit en de braamsluiper. Maar ook rietvogels zoals de blauwborst en de rietzanger komen in het gebied voor.
Damherten
De Amsterdamse Waterleidingduinen bezit de grootste damhertenpopulatie van Nederland per hectare.
Sinds 1997 wordt er niet meer gejaagd op de damherten in de AWD en zijn de aantallen flink toegenomen. Volgens schatting lopen er ongeveer 1.000 damherten in het gebied rond.
Damherten leven in gescheiden roedels. Na de paartijd leven de volwassen mannetjes in aparte vrijgezellengroepjes, terwijl de vrouwtjes (hinden) met hun nakomelingen van het laatste en het voorgaande jaar in groepjes van vijf tot zeven dieren leven.
Een hindenroedel wordt geleid door een dominant vrouwtje. Jonge mannetjes blijven meestal bij zo'n groep tot ze twintig maanden oud zijn, waarna ze zich aansluiten bij vrijgezellengroepjes.
Op open voedselrijke gronden kunnen de roedels zich samenvoegen tot groepen van tot wel tachtig dieren. In sommige (meestal meer open) gebieden komen het gehele jaar door gemengde roedels voor.
Gedurende de bronsttijd, die vanaf de tweede helft van oktober tot begin november duurt, komen de volwassen hertenbokken ieder jaar terug naar dezelfde plek in het bos.
Tijdens de aanloop naar de bronst gaan de mannetjes territoriumgevechten aan. Meestal zijn dit schijngevechten, maar er worden ook echte gevechten gevoerd waarbij echter maar zelden slachtoffers vallen. Het veroverde territorium dient als strijdperk.
Met de hoeven krabben de bokken een ondiepe kuil in de grond, die wordt besproeit met urine. Daarnaast wordt het territorium gemarkeerd door langs de bomen te schuren. Met luide brullen, het zogenaamde burlen, lokt de hertenbok de hinden.
Vossen zonder vrees
In de Amsterdamse Waterleidingduinen komen relatief veel vossen voor. De meeste zijn schuw en gaan er vandoor zodra ze je gezien hebben.
Sommige exemplaren zijn echter dusdanig gewend aan de aanwezigheid van mensen, dat ze minder schuw en daardoor makkelijker te fotograferen zijn.
Ondanks het feit dat dit vaak mooie foto's oplevert, geeft het feit dat een aantal van deze minder schuwe vossen blijkbaar regelmatig gevoerd worden door bezoekers aan het gebied echter een dubbel gevoel bij het fotograferen.
Comments
Add a Comment